met bescheidenheid
een andere wereld betreden
leren
hoe mooi
het avontuur is
onoverbrugbare angsten
met blote handen
op adem komen

fatsoengrenzen overschrijden
ingebeelde harmonie
het onbekende vrezen
de grote sprong wagen
water worden

1753

1752

1751

1750

1749

1748

 

1747

 

1746

 

1745

 

1744

 

1743

 

1742

 

ongewisse terreinen
[van de hoge duikplank springen]
overbrengen
zonder afbreuk te doen
aan het verhaal
de reis krijgt een ander karakter
als een schip voor anker gaat

waar de fantasie dichtbij magie ligt

met stralende ogen
is iemand mooier dan
met doffe ogen
een deel van het geluk

1741

 

1740

 

1739

 

1738

 

1737

 

1736